We hebben hier een Ikoon als symbool van Maria neergelegd, de vrouw tegen wie al zoveel mensen hebben gezegd: "Jij bent mijn moeder, mijn koningin." HET MAGNIFICAT
Maria zei:
Mijn ziel prijst en looft de Heer,
mijn hart juicht om God, mijn redder: hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen, ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, heilig is zijn naam. Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht, voor al wie hem vereert. Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen, heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt hij met gaven, maar rijken stuurt hij weg met lege handen. Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd: hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.’ (nieuwe bijbelvertaling 2004. Lucas, 1.46-55) |
Maria dóét vooral. En wat ze doet, dat is heel veel, zó veel, dat ons dat vandaag doet zeggen, wat je ook een moeder wel eens tegen haar dochtertje hoort zeggen: Jij bent mijn koninginnetje! Maria: koningin van de engelen, koningin van de aartsvaders, koningin van de profeten, koningin van de apostelen, koningin van de martelaren, koningin van de belijders, koningin van de maagden, koningin van alle heiligen, koningin zonder erfsmet ontvangen, koningin in de hemel opgenomen, koningin van de heilige rozenkrans, koningin van de vrede… De litanie van Maria:
Hoor ons roepen, o Moeder van God! U prijzen de koren der eng’len. Maria wij roepen tot U! U prijzen de zalige Geesten.. U prijzen de hemelse scharen.. U prijzen de Kerk en haar kind’ren U prijzen de mensen op aarde. Hoor ons roepen, O moeder van God! U bent toch de moeder van Christus.. Maria wij roepen tot U. De Moeder van onze Verlosser.. De moeder van alle genade.. De reinste, de zuiverste moeder.. De liefste en bemin’lijkste Moeder.. Hoor ons roepen O Moeder van God. Oorzaak van blijdschap en vreugde.. Toevlucht der zondige mensen.. Troost ons in droefheid en zorgen.. Help ons in al onze noden.. Schijn als een ster in het duister.. Hoor ons roepen, O moeder van God. O Maagd zonder erfsmet ontvangen.. Zetel der Godd’lijke wijsheid.. O roos vol van zoete geheimen.. Poort van de hemelse Tempel.. Loot uit de wortel van Jesse.. Hoor ons roepen, O moeder van God. Vorstin van een rijk zonder einde.. U troont in de hoogte des Hemels.. U heerst over eng’len en mensen.. O voorspraak bij God onze rechter.. Verkrijg ons het eeuwige leven.. Hoor ons roepen, O moeder van God. |
(Er wordt een bloemstukje bij de Ikoon van Maria geplaatst. Zie foto links beneden op deze pagina) In bloemen ruik je de adem van de tederheid en hoor je de taal van de dankbaarheid. Poëzie en muziek zijn de bloemen waarmee we vandaag een boeket samenstellen. 1.- Om onze dankbaarheid uit te drukken jegens de vrouwen: moeders die het mysterie van het leven dragen, en levende getuigen zijn van Gods liefde. 2.- Om de Afrikaanse en Europese moeders in de bloemen te zetten die ons vandaag haar als Onze Lieve vrouw van Afrika doen noemen 3.- Om de vergeten moeders te gedenken die zich in eenvoud en dienstbaarheid inzetten voor een leefbare wereld. *
Met haar Magnificat wordt de toon gezet voor ons boeket. Met ons boeket willen wij ook eer betonen aan Maria, de vrouw uit Galilea, stil en onopvallend, bescheiden aanwezig op de achtergrond in het leven van haar zoon Jezus. In de loop der eeuwen raakte Maria's naam verstrikt in overwoekerende devoties en verborgen onder tal van geloofsuitspraken en eretitels. Ze raakte beschadigd door katholieke overdrijving en de protestantse afweer. Maar vandaag bieden wij haar dit boeket aan omdat we in haar de gelovige vrouw erkennen, aan wie God grootse dingen heeft gedaan. Zij was de moeder van een kind, dat van kleins af aan zijn eigen weg ging. (lees in Lucas 2,41-52) In de poëzie van Anton van Wilderode, een vlaamse dichter, zegt Maria over haar Zoon: Mijn zoon is mijn zoon niet alleen, mijn huis is een huis zonder wanden, mijn vrucht ligt in alle handen, en mijn vreugd is voor iedereen. Mijn zoon is mijn zoon voor altijd, voor de duur van zijn kinderjaren kan ik hem verwarmen, bewaren, maar Hij kiest zijn uur en zijn tijd. Mijn zoon is mijn zoon voor de pijn, voor de honger van alle geslachten voor de wind van de winternachten, en voor allen die eenzaam zijn. Mijn zoon is mijn zoon voor het kruis, voor het teken van zegen en schande: voor al de eeuwen ophanden; voor de deur naar het vaderhuis. (Uit "Bethlehem") |
En in het gedicht "De tenhemelopneming"
zegt Jezus tot zijn moeder: Moeder, ik roep u naar huis met de eerste van alle namen. Ik heb op uw lichaam gewacht. De hemel zegt eindeloos amen. Ik dank u voor Nazareth, voor de jaren van zuivere vrede. Uw huis was een huis van gebed, de deur was een deur op de hemel. Ik dank u voor uw verdriet in de eenzame nachten der aarde; het lange geduld van uw tranen. De hemel heeft ze verzameld. Ik dank u voor Golgotha, voor het kruis dat gij hebt zien planten, voor uw weerloze zachte handen aan mijn weerloos lichaam daarna. |
Moeder, nu zijt gij thuis. De tijd bleef beneden, de zorgen. Een stilstaand geluk zonder morgen in de hemel, de hemel uw huis. In de hemel is Maria nu thuis. Met de eerste van alle namen - moeder - werd zij daarheen geroepen. Maar hoe verheven wij haar ook mogen achten, door die verhevenheid straalt zij als vriendelijk lichtbaken en is zij voor velen een oase van begrip en geborgenheid. Binden we nu ons boeket samen en zeggen we samen tot Maria: Als ik dan schuchter tot u kom wordt het zo wonder stil rondom, zo vreemd en wonder stil in mij, dan is er enkel ik en gij, neen, gij alleen en wie gij zijt, een baken vol van tederheid, mijn oorsprong waar ik ongedeerd ooit naar zal zijn weergekeerd. |
Psalm 126 Een pelgrimslied. - Toen de Heer het lot van Sion kéérde / was het óf wij droomden, - Een lach vulde ónze mond / onze tong brak uit ín gejuich. - Toen zeiden alle vólken: / De Heer heeft voor hen iets gróóts verricht.’ - Ja, de Heer had voor ons iets gróóts verricht, / we waren vól vreugde. - Keer ook nu ons lót, o Heer, / zoals u water doet weerkeren ín dé woestijn. - Zij die in tranen zááien, / zullen oogstén mét gejuich. - Wie in tranen op wég gaat, / dragend de buidél mét zaad, - Hij zal thuis komen mét gejuich, / dragend de vollé schoven. (Nieuwe Oecumenische Bijbel Vertaling van 2004.) |
Webmaster-NL |